Beheerkaders instandhouding

De gemeente Arnhem hanteert de volgende landelijke wetten en eisen bij het beheer en onderhoud van het Stedelijk Waterbeheer.

Wet / Norm

Inhoud

Effect op ..asset….

Grondwet

Zorg van de overheid gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu

De zorg voor een goed stedelijk waterbeheer. Is dit zo vrij te vertalen uit de grondwet?

Burgerlijk Wetboek

Hierin is de aansprakelijkheid geregeld voor schade als gevolg van een onrechtmatige daad

De beheerder moet aantonen wat hij heeft gedaan om risico’s voor de burgers, bedrijven en instellingen in de gemeente Arnhem te beperken en dat hij structureel aan monitoring en onderhoud doet.

Wet Milieubeheer,

Afvalwaterzorgplicht art. 10.33

Geeft de basis voor het reguleren van lozingen in de riolering, oftewel indirecte lozingen. Centraal hierin staat de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en het transport ervan naar een zuiveringstechnisch werk.

De beheerder zorgt ervoor dat de assets die de invulling geven aan de zorgplicht op een maatschappelijk verantwoorde wijze (heel en veilig en zo nodig technisch dik in orde en tegen minimale kosten ) beheerd en onderhouden worden.

Dit heeft betrekking op de toestand én het functioneren van de assets,

Waterwet,

Hemelwaterzorgplicht art. 3.5.

Grondwaterzorgplicht art. 3.6.

De waterwet bevat de gemeentelijke hemel- en grondwaterzorgplichten.

De beheerder zorgt ervoor dat de assets die de invulling geven aan de zorgplichten op een maatschappelijk verantwoorde wijze ( heel en veilig tegen minimale kosten en zo nodig technisch dik in orde en tegen minimale kosten ) beheerd en onderhouden worden.

Dit heeft betrekking op de toestand én het functioneren van de assets,

Activiteitenbesluit Milieubeheer

Voor lozingen vanuit inrichtingen in het kader van de Wet Milieubeheer.

De beheerder zorgt ervoor dat de systemen voor de lozing van afval- hemel en/of grondwater goed blijven functioneren. Dit behelst het bewaken van de kwaliteit en het functioneren van de verschillenden systemen.

Zo nodig stelt het bevoegd gezag daarvoor een aanvullend maatwerkvoorschrift op.

Besluit lozing afvalwater huishoudens (Blah)

Voor lozingen vanuit huishoudens,

De beheerder zorgt ervoor dat de systemen voor de lozing van afval- hemel en/of grondwater goed blijven functioneren.

Dit behelst het bewaken van de kwaliteit en het functioneren van de verschillenden systemen.

Zo nodig stelt het bevoegd gezag daarvoor een aanvullend maatwerkvoorschrift op,

Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi)

Voor lozingen die niet vallen onder het activiteitenbesluit dan wel het besluit lozen afvalwater huishoudens (Blah) vallen.

De beheerder zorgt ervoor dat de systemen voor de lozing van afval- hemel en/of grondwater goed blijven functioneren.

Dit behelst het bewaken van de kwaliteit en het functioneren van de verschillenden systemen.

Zo nodig stelt het bevoegd gezag daarvoor een aanvullend maatwerkvoorschrift op,

Deltaplan Ruimtellijke Adaptatie (DPRA).

In dit plan staan acties en doelen die nodig zijn om Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht. De aanpak van het plan is op vier thema's gericht: wateroverlast, droogte, hitte(stress) en het beperken van de gevolgen van overstromingen.

De beheerder zorgt ervoor invulling wordt gegeven aan de vier thema's uit het DPRA.

Voor wat betreft het Stedelijk Waterbeheer ligt het zwaartepunt bij het thema wateroverlast.

NEN 3399-2004

Leidraad voor het visueel inspecteren van de buitenriolering.

Met de NEN 3399--2004 worden de rioolstelsel uniform geïnspecteerd en beoordeeld waardoor een objectieve classificatie van de toestand van de riolering mogelijk is.

Dit vormt de basis het beheersysteem.

Keur Waterschappen

De Keur, bij invoering van de Omgevingswet te vervangen door de Waterschapsverordening, is een verordening met regels die een waterschap hanteert bij de bescherming van waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. De Unie van Waterschappen heeft in 2008 een model Keur aangeboden aan de waterschappen. Dit is in 2013 gevolgd door een Keurkwartet.

Dit Keurkwartet bestaat uit:

• Een model Keur met toelichting
 • Een model Algemene regels voor grondwater, keringen, kwantiteit
 • Een model Beleidsregels voor grondwater, ecologie, keringen en kwantiteit
 • Richtlijnen voor leggers oppervlaktewateren en keringen

Met de, in deze beheerplannen opgenomen beleidsuitgangspunten moet rekening gehouden worden.

Dit heeft vooral betrekking op het functioneren van de verschillende systemen en het beheer en onderhoud van de kwaliteit van de duikers en beekriolen.

Opgemerkt wordt dat het hydraulisch functioneren van de duikers en beekriolen de verantwoordelijkheid is van de waterschappen Rivierenland en Rijn en IJssel.