Functioneren van het areaal

Het functioneren van de riolering wordt beschreven in basisrioleringsplannen. Hierin wordt ook vastgelegd welke maatregelen getroffen kunnen worden om het functioneren te kunnen waarborgen of op het gewenste niveau's te brengen. Ook hier zal het gedetailleerde beeld op streng- of straatniveau moeten worden vertaald naar een algemene beoordeling per gebied. Daarin spelen twee situaties een belangrijke rol (zie figuur 4.3):

Figuur 4.3 Functioneren riolering onder normale en extreme omstandigheden, de gevoeligheid voor wateroverlast

Onder normale omstandigheden moet het afvalwater bij droog weer goed afgevoerd worden via vrij verval. Bij regen wordt getoetst of er voldoende bergingscapaciteit is en of er water op straat kan treden. Voor het BRP wordt deze toetsing uitgevoerd en de resultaten zijn daarin vastgelegd.

Het functioneren in extreme omstandigheden vraagt een andere aanpak. Het gaat dan om de afstroming van water over straat en of dit water kan worden geborgen of afgevoerd zonder dat dit tot wateroverlast leidt. Via modellering kan hier al groot inzicht in worden verkregen. Gebiedskennis en bewonersmeldingen zijn echter ook noodzakelijk. Bij grote gevoeligheid voor wateroverlast tijdens extreme neerslagsituaties zal de oplossing ook bovengronds worden gezocht.