Beheerstrategie Stedelijk Waterbeheer
De beheerstrategie is in het Rioolbeheerplan per onderdeel uitgewerkt. Gelet op de omvang van het netwerk is de vrijvervalriolering voor wat betreft de benodigde beheerkosten, personele inzet en behoefte aan strategie de belangrijkste voorziening van de riolering.
Een belangrijk aspect in het beheer van de vrijvervalriolering is de vaststelling van de omvang van de werkzaamheden. Daarbij wordt altijd gezocht naar afstemming en samenloop met projecten binnen en buiten de gemeentelijke organisatie.
Het beeld van de kwaliteit en het functioneren van rioolstelsel vormt het vertrekpunt voor de afstemming en samenloop (integratie) met andere beheerdisciplines. Daar wordt bij het vaststellen van de maatregelen rekening mee gehouden door een voldoende groot schaalniveau (van rioleringsbuis naar straat of zelfs wijk) te kiezen.
De omvang van een rioleringsproject wordt vastgesteld op basis van het type en aantal schades in een rioolstreng, de functie en de locatie van het riool. Om de gegevens hiervoor te genereren zijn, naast de informatie uit het beheersysteem, handmatig aanvullende bewerkingen nodig. Deze vertaling en bewerkingen wordt extra ingewikkeld gemaakt doordat verschillende gemeentelijke beheerdisciplines elk een eigen schaalniveau gebruiken, zowel qua ruimte als tijd, voor het maken van maatregelenplanningen (riolering gaat bijvoorbeeld 60 jaar mee terwijl een asfaltconstructie 15 jaar meegaat). Het is dus continue zoeken naar de op dat moment meest handige combinatie van maatregelen voor de openbare ruimte. Het is tijdrovend maar wel noodzakelijk om een integrale afstemming met andere disciplines mogelijk te maken. Dat wordt gedaan door continue monitoring van alle (nieuw) vastgestelde maatregelen en periodiek overleg in de zogenaamde "map-table sessie" waar alle beheerders, wijk- en stedelijk onderhoud en de teams leefomgeving (de wijken) inbreng leveren.
Juist in deze tijd waarin steeds hogere eisen aan ruimtelijke ontwikkelingen en de inrichting van de openbare ruimte (hitte- en droogtestress, wateroverlast, overstroming, verkeer, energietransitie) worden gesteld is de samenloop, integraliteit van projecten essentieel. Alleen als het echt niet anders kan (hoge prioriteit en geen samenloop, instorting(sgevaar), reparaties) worden riolen autonoom vervangen/hersteld.
Om de integraliteit met de andere beheerdisciplines, nutsbedrijven etc. beter mogelijk te maken wordt bij het vaststellen van de maatregelen voor de lange termijn (> 10jaar) gekeken naar:
-
Aanlegperiode van de riolering. Hiermee kan een duidelijke relatie worden gelegd met de bovengrond. De aanlegperiode geeft een typering van het straatprofiel en de opbouw en indeling van de openbare ruimte.
-
Stelseltype en uitgangspunten bij het ontwerp. Dit geeft aan hoe de opbouw van de riolering is, welke samenhang er is met de oppervlaktewaterstructuur en welke kenmerken voor het functioneren van belang zijn.
-
Indeling in administratieve eenheden, zoals wijk- en buurtnamen volgens het CBS of typering volgens andere organisatieonderdelen binnen een gemeente.
-
Indeling in bemalingsgebieden.
Voor de korte termijn (<= 10 jaar) is dan een nadere uitwerking en groter detailniveau noodzakelijk.
De beslissing om een riool te repareren, vervangen of herstellen wordt altijd genomen op basis van inspectie, de feitelijke toestand van de riolering en nooit op basis van de leeftijd van de riolering.
Voor de overige voorzieningen van de riolering wordt per object vastgesteld of en hoe vervanging (langere termijn) dan wel onderhoud (korte termijn) nodig is. Dit gebeurt op basis van inspecties (o.a. voor gemalen en druksystemen) en bij falen (een defecte pomp, klep, schuif wordt direct gerepareerd of vervangen).