Verschillen benodigd en beschikbaar budget

In onderstaande tabellen wordt het verschil tussen benodigd en wat er beschikbaar is aan budgetten (in €) weergegeven voor de exploitatie en investeringen.

Investeringen

2021

2022

2023

2024

Investeringen beschikbaar

€ 700.000

€ 700.000

€ 700.000

€ 700.000

Investeringen benodigd

€ 914.980

€ 431.900

€ 378.100

€ 471.475

Verschil investeringen per jaar

€ -214.980

€ 268.100

€ 321.900

€ 228.525

Exploitatie

2021

2022

2023

2024

Exploitatie beschikbaar

€ 514,000

€ 514,000

€ 514,000

€ 514,000

Exploitatie benodigd

€ 514,000

€ 522,250

€ 530,706

€ 539,374

Verschil exploitatie per jaar

€ 0

€ -8,250

€ -16,706

€ -25,374

Het verschil in investering voor 2021 heeft te maken met een vervroegde afschrijving van automaten die in 2024 gepland stonden, maar eerder worden vervangen vanwege het project HOV Westervoortsedijk. De overschotten komen mede door een volledig gesubsidieerde, vervroegde vervanging in 2020 van 9 verkeerslichten. De overschotten worden benut worden benut voor:

  1. Opvangen tekort 2021

  2. Investering in elektronische sloten (€100.000)

  3. Reserve voor meebetalen vervangingen Rijkswaterstaat en Provincie (potentheorie)

  4. Onzekerheden kosten iVRI vanwege wijzigingen in specificaties. De verwachting is dat eind dit jaar de effecten van de iVRI op de kosten duidelijker zijn en een nieuwe update plaats kan vinden van de MIP.

Het verschil in exploitatie komt doordat de begroting niet aangepast wordt voor inflatie en indexatie van onderhoudscontracten. Vanwege capaciteitsgebrek bij de vakgroep is de verwachting dat in 2021 meer inhuur nodig is dan begroot. Dit gaat ten koste van het budget voor verkeerskundig beheer.