Bijlage 6: Werkwijze lusfouten

Er zijn een aantal manieren waarop lusfouten geconstateerd worden:

  1. preventief onderhoud buitenwerk. Tijdens dit onderhoud worden de lussen gemeten en in het rapport wordt aangegeven of een lus nog goed is. Uit deze analyse kan blijken dat een lus vervangen moet worden. Om kosten efficiënt lussen te vervangen worden deze werkzaamheden zoveel mogelijk gebundeld.

  2. Melding vanuit de verkeerscentrale. De verkeerscentrale geeft de melding als een lus defect is, bovengedrag of ondergedrag geeft. In hoofdstuk 2 wordt verder ingegaan op de acties die nodig zijn bij meldingen vanuit de verkeercentrale

  3. Eigen constateringen. Bijvoorbeeld tijdens (verkeerskundig) beheer kan blijken dat een lus niet goed functioneert. Indien dit het geval is wordt dit doorgegeven aan de toezichthouder om ter plaatse de lus te controleren.

Hieronder wordt ingegaan op welke manier geacteerd moet worden meldingen vanuit de verkeerscentrale.

Er zijn drie type meldingen:

  • Lusfout

  • Ondergedrag

  • Bovengedrag

In bijgevoegd stroomschema staan de acties beschreven. Dit document geeft een toelichting bij de acties in het stroomschema.

B6.1 Instellingen

Actiehouder senior beheerder VRI gedurende inregelperiode na inbedrijfstelling (1 maand)

Standaardinstelling

 

TBG (min)

bovengedrag

TOG (min)

ondergedrag

Koplus

10

720 (12 uur)

Lange lus

100

720 (12 uur)

Verweglus

10

720 (12 uur)

Fietslus dichtbij ss

10

720 (12 uur)

Fietslus verweg ss

10

720 (12 uur)

Filelus

100

720 (12 uur)

Vecomlus

0

4880 (81 uur)

Drukknop fiets

10

4880 (24 uur)

Drukknop vtg buiten

10

4880 (24 uur)

Drukknop vtg binnen

10

0 (geen bewaking

Speciale situaties

De ondergedragtijd wordt aangepast in de volgende situaties:

  1. autorichting die niet alle dagen gebruikt wordt (bijvoorbeeld naar een school)

  1. De ondergedragtijd van 12 uur kan dan te kort zijn. In dit geval wordt de ondergedragtijd op een, voor deze locatie, reële waarde gezet. Dit kan bijvoorbeeld 48 uur zijn.

  2. voetganger- en fietsrichtingen die nauwelijks gebruikt worden of niet in het weekend. De waarde van de ondergedragtijd wordt verhoogd (bijvoorbeeld 36 uur).

  3. voetganger- en fietsrichtingen een meeaanvraag krijgen van parallel autoverkeer. De ondergedragtijd van de drukknoppen wordt verhoogd (bijvoorbeeld 36 uur) of uitgeschakeld.

De tijd voor bovengedrag wordt niet aangepast!

B6.2 Werkwijze bij een storing

Actiehouder: toezichthouder VRI na inregelperiode

Ondergedrag

  • Is het een bekende storing die al wordt onderzocht of maatregelen voor zijn genomen? Zo ja, dan storing direct archiveren.

  • Staat de ondergedragtijd correct ingesteld? (zie paragraaf standaardinstellingen en speciale situaties)

  • Als geen van bovenstaande, dan ter plaatse de werking van de detector controleren aan de hand van de grenswaarde in bijlage 4. Als herstel niet op korte termijn mogelijk is dan dit doorgeven aan verkeerskundig beheerder ivm mogelijk nemen van maatregelen om overlast te beperken.

Bovengedrag

  • Is het een bekende storing die al wordt onderzocht of maatregelen voor zijn genomen? Zo ja, dan direct archiveren

  • Is de melding vaker opgetreden bij deze VRI? Dit wordt op twee manieren gecontroleerd:

    • De waarde van de teller achter de melding in verkeer.nu

    • Het aantal keer dat de melding van bovengedrag in de gearchiveerde meldingen van verkeer.nu weergegeven wordt.

  • Wanneer de storing nog actueel is of de afgelopen 2 maanden vaker dan 3 keer is opgetreden is actie nodig. In het andere geval, mag de melding direct gearchiveerd worden met de opmerking (incidentele melding).

  • Wanneer actie nodig is wordt het volgende gedaan:

    • Controle of op de betreffende locatie regelmatig kort geparkeerd of langere tijd stilgestaan wordt. Indien dit het geval is dan bevinding terugkoppelen aan verkeerskundig beheerder. Hij/zij neemt vervolgens maatregelen en stelt in overleg met technisch beheerder bovengedragtijd anders in.

    • Wanneer bovenstaande niet aan de orde is of niet aangetoond kan worden dan de volgende stappen ondernernemen tot het probleem is opgelost:

1. resetten detectorkaart

2. controle en aanpassen gevoeligheid

3. Ter plaatse de werking van de detector controleren aan de hand van de grenswaarde in bijlage 4. Als herstel niet op korte termijn mogelijk is dan dit doorgeven aan verkeerskundig beheerder i.v.m. mogelijk nemen van maatregelen om overlast te beperken.