Financiën
Op de gemeentelijke begroting is een aanzienlijke post opgenomen om de kapitaalgoederen beschikbaar en veilig te houden. Hierin wordt een strikt onderscheid gemaakt tussen onderhoud en investeringen. De paragraaf kapitaalgoederen is een verplichting vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) waarin de gemeente verantwoording aflegt aan de provincie over de inzet van financiën om de waarde van kapitaalgoederen te borgen. Het BBV dwingt een gemeente te controleren of alles op orde is. Dus naast de vraag of de financiën op orde zijn vraagt het BBV tevens of de arealen op orde zijn en of de onderhoudsstaat in beeld is of dat er duidelijke beleidskaders zijn. Het goed beheren van onze kapitaalgoederen is dus belangrijk om die genoemde waarde te kunnen borgen.
Financiële verantwoording in de hele gemeente wordt zo op dezelfde transparante wijze inzichtelijk gemaakt, of het nu gaat om nieuwe investeringen of vervangingsinvesteringen. Voor vervangingsinvesteringen wordt krediet aangevraagd en er worden structurele kapitaallasten in de begroting opgenomen. Aan het einde van de levensduur kan de vervangingsinvestering dan weer gefinancierd worden vanuit de structurele kapitaallasten. Dit speelt vooral voor de wegen die zijn aangelegd bij de ontwikkeling van nieuwbouwwijken.
Bij het verantwoord uitgeven van gemeenschapsgeld is het doel om de uitgaven van een kapitaalgoed gedurende de hele levensduur zo klein mogelijk te houden. Levensduuruitgaven zijn gedefinieerd als de som van de aanleguitgaven, de beheeruitgaven, de uitgaven in de gebruiksfase en de sloopkosten. Door op tijd de werkzaamheden uit te voeren, worden onnodige kosten (kapitaalvernietiging) in de toekomst voorkomen. Er zijn verschillende vormen van levensduren:
-
Technisch (functionele): de verwachte levensduur dat een kapitaalgoed naar wens functioneert.
-
Politiek (maatschappelijk): de periode dat de politiek een kapitaalgoed wil gebruiken (denk aan de inrichting van een centrumgebied).
-
Wettelijk: de periode waarin een kapitaalgoed aan de wettelijke eisen voldoet. Als de wet verandert en het kapitaalgoed voldoet niet meer aan de regelgeving, dan is het (zonder aanpassing) niet meer bruikbaar. Denk aan elektrotechnische installaties.
-
Economisch (financiële): de periode waarin de kosten om een kapitaalgoed te laten functioneren kleiner of gelijk zijn aan de ingecalculeerde kosten. Als door slijtage de onderhoudskosten meer toenemen dan verwacht, of als investeren in nieuwe technieken goedkoper is, dan is de economische levensduur ten einde.
Vaak is de kortste levensduur maatgevend om te bepalen wanneer kapitaalgoederen vervangen moeten worden. Met een goed overzicht van de investeringsmomenten kan de dialoog over uitstellen van investeringen en gevolgen voor onderhoud en risico’s worden onderbouwd. Met behulp van een goede risicoanalyse kan het gebruik van een kapitaalgoed worden gemonitord en optimaal worden gebruikt. De geamendeerde begroting 2021 beschrijft de programma’s en de benodigde middelen voor de investeringen en kosten op de korte termijn.
Afbeelding 15. Overzicht exploitatieoverzicht kapitaalgoederen (bron: begroting 2021)
Afbeelding 16. Overzicht investeringen kapitaalgoederen (bron: begroting 2021)