Trends en ontwikkelingen

Klimaatverandering

De klimaatverandering begint echt zichtbaar te worden in de asset groen en valt in een aantal verschillende onderdelen uiteen in maatschappelijke aspecten en technische aspecten.

Technische aspecten

  • Droogte/hitte/zachte winters; het droger worden van de zomers en zachter worden van de winters heeft direct invloed op de instandhouding van de beplanting, niet alle soorten kunnen tegen deze plotselinge veranderingen

  • Droogte in de zomers zorgt al twee jaar voor extra uitval in de sierheesters, hagen en enkele boomsoorten.

  • Het verzwakken van oude bomen door de droogte en hitte zorgt ook voor verhoogde kosten in het veiligheidsonderhoud, met name oude lanen en oude solitairen bomen in de bossen en parken hebben hier last van.

  • Kruidenvegetaties varen juist wel bij de droogte omdat de grassen slechter tegen droogte kunnen dan kruiden en daarmee sneller een rijkere vegetatie ontstaat.

  • Poelen vallen eerder droog, wat zowel positieve (verdwijnen van ongewenste soorten zoals tiendoornige stekelbaars) als negatieve (geen water voor de dieren) effecten.

  • Verzuring. Door de hoge langjarige stikstofdepositie verzuurd de bodem in natuurgebieden en neemt de biodiversiteit af.

Maatschappelijke aspecten

  • Wateroverlast. De steeds heftigere regenbuien vragen om meer (tijdelijke) waterberging in de stad. Hierbij wordt ook nadrukkelijk gekeken welke rol groen oppervlakten hierin kunnen spelen. Naast wadi's voor inzijging zorgt een groen oppervlak direct voor remming in de waterafvoer en heeft het een water opnemend vermogen.

  • Hittestress. Door de hogere temperaturen in de zomer speelt groen een steeds belangrijkere rol om de stad te koelen.

  • Afname groenbeleving. Gazons zijn door de droge zomers een steeds lagere tijd geel/bruin in de zomer en hebben dan niet de uitstraling waarvoor ze zijn aangelegd.

  • Dalende biodiversiteit. De mensheid is gebaad bij een zo groot mogelijke biodiversiteit om haar overlevingskansen te vergroten, afname van de biodiversiteit door meerdere redenen, (o.a. klimaatverandering) kan dat in gevaar brengen. Zowel in de natuur, maar ook in de stad wordt daarom gewerkt aan het verhogen van de biodiversiteit.

Andere kijk op groen

De maatschappelijke trend is een roep om meer groen en meer natuurlijkheid. Waar vroeger de klachten kwamen over de weinig maaien, komen nu klachten binnen omdat men vindt dat we teveel maaien en daarmee de bloemen en bijen benadelen.

  • Steeds meer burgers vragen of zij een bloemenveldje mogen aanleggen voor bijen en vlinders. Dit wordt waar kan gefaciliteerd. Inmiddels zijn er al tientallen van deze meer natuurlijke stukjes openbaar groen aangelegd die door bewoners zelf worden onderhouden.

  • De gemeente kijkt zelf ook naar het omzetten van gazon naar gras kruidenvegetatie voor het verhogen van de biodiversiteit, elk jaar wordt er een deel van het gazon omgezet naar graskruiden, ook steeds dichter bij de voordeur. Waar voorheen met het vooral netjes wilde hebben, zien steeds meer bewoners liever gras-kruiden veldjes in hun buurt.

  • Imkerij. De belangstelling voor de imkerij stijgt, steeds meer mensen houden bijen.

  • Toenemende aandacht voor de groene omgeving en gebruik van de groene omgeving. De bezoeken aan onze parken nemen steeds verder toe. (I.v.m. covid nog eens extra veel) Ze worden steeds intensiever gebruikt.

  • Grotere maatschappelijke interesse voor de groen omgeving: bewoners willen meepraten en meedoen. Dat levert soms ook spanning op met de beschikte financiële en personele capaciteit binnen het ambtelijke apparaat.

  • Inbreidingen van de laatste 15 jaar (en nog in ontwikkeling) zorgen er voor dat er per oppervlakte eenheid het percentage groen in de wijken daalt. Het groen in de wijken wordt daardoor intensiever gebruikt. In de nieuwe wijk Schuytgraaf wordt wel veel groen aangelegd.

Financiën

Diverse bezuinigingen door de jaren heen hebben er voor gezorgd dat het groen op een minimaal niveau wordt onderhouden, daarbij werd vooral naar het groen als kostenpost gekeken, deze middelen komen uit de exploitatiebudgetten voor regulier onderhoud. De diverse maatschappelijke ontwikkelingen die meer vragen van het groen/ andere functies bij het groen neerleggen, zoals een bijdrage aan het verminderen van hittestress, verminderen van wateroverlast en het verhogen van de biodiversiteit maakt dat steeds vaker budgetten voor aanleg en onderhoud van het groen uit andere programma's worden gefinancierd die het groen zien als een middel om de doelen te bereiken. Aanvullende financiële middelen voor het groen komen daarmee functie gebonden beschikbaar.