Heesters laag/bodembedekkers

Gesloten heesterbeplanting tot ca. 1m hoog. Waarin ook solitaire hoge heesters en incidenteel bomen kunnen voorkomen. Voor verschillende locaties in de stad worden andere ambitieniveaus gehanteerd. In de binnenstad en winkelcentra is het niveau A. In de parken komt A en B niveau voor. In de woonwijken is het vergelijkbaar met niveau B/C. Om het streefbeeld goed in stand te kunnen houden is een vak minimaal 1m breed.

Heesters laag niveau A

Bodembedekkers niveau B/C

Streefbeeld niveau A

  • Het blad heeft grotendeels de juiste kleur en grootte. 90% van de heesterbeplanting is vitaal.

  • De heesters vertonen weinig groeiachterstand, er zijn weinig holle heesters.

  • Bodembedekkers hebben weinig storende takken.

  • Er is nauwelijks sprake van verdringing, ongewenste soorten of opschot.

  • De overgroei van randen is gemiddeld niet meer dan 10cm.

  • Dichtheid: de heesters staan op de juiste afstand van elkaar en sluiten goed zonder elkaar te verdringen.

  • Maximaal 5% van het oppervlak is kaal.

  • Er is weinig onkruid aanwezig, minder dan 20% bedekking, niet zodevormend en niet hoger dan 10cm.

Streefbeeld niveau B

  • Het blad heeft grotendeels de juiste kleur en grootte. 80% van de heesterbeplanting is vitaal.

  • De heesters krijgen hier en daar een holle vorm en er zijn incidenteel dode takken.

  • Bodembedekkers hebben in beperkte mate storende takken.

  • In maximaal 10% van het oppervlak is sprake van verdringing, ongewenste soorten of opschot.

  • De overgroei van de randen is gemiddeld minder dan 25cm randen en maximaal 45cm.

  • Dichtheid: de heesters staan op de juiste afstand van elkaar en sluiten goed zonder elkaar te verdringen.

  • Maximaal 10% van het oppervlak is kaal.

  • In de parken ligt de onkruidbeheersing op niveau B. Er is in beperkte mate onkruid aanwezig, tot een bedekking van 30%.

  • In de woonwijken ligt de onkruidbeheersing op niveau C. Er kan redelijk veel onkruid aanwezig zijn, tot 40% bedekking van het oppervlak.

Beheervoorwaarden

  • Verjongings snoei toepassen passend bij de soort.

  • Kaalslag door grootschalige snoei voorkomen.

  • Vrijgekomen materiaal door werkzaamheden verwijderen.

  • Geen blad ruimen in de vakken, blad laten liggen voor natuurlijke bodemverbetering.