Vaste planten
Een vak met gesloten beplanting van vaste planten welke de winter overleven. Vaste plantenvakken worden op niveau A of B beheerd. In de binnenstad en winkelcentra is het niveau A, In de woonwijken en parken is het vergelijkbaar met niveau B. Onkruidbeheersing in vaste planten is in de woonwijken ook niveau B. Om het streefbeeld goed in stand te kunnen houden is een vak minimaal 1m breed.
Recent zijn enkele vakken uitgevoerd als 'prairiebeplanting' met lava als bedekking van de bodem. Deze worden beheerd op A niveau. Of deze wijze van beplanten goed werkt zal over enkele jaren duidelijk worden. Vooralsnog worden deze vakken als experiment gevolgd.
Streefbeeld niveau A
-
De beplanting is goed aaneengesloten, maximaal 10% kaal oppervlak.
-
De beplanting ziet er verzorgd uit.
-
De rand van de verharding of het gras is goed zichtbaar. Gemiddeld is de overgroei minder dan 5cm,
-
Zaailingen van vreemde soorten zijn niet toegestaan.
-
Er is weinig onkruid aanwezig, minder dan 20% bedekking, niet zodevormend en niet hoger dan 10cm.
-
Takken met uitgebloeide bloemen verwijderen.
Streefbeeld niveau B
-
De beplanting is redelijk aaneengesloten, maximaal 20% kaal oppervlak.
-
De beplanting ziet er redelijk verzorgd uit.
-
De rand van de verharding of het gras is redelijk zichtbaar. Gemiddeld is de overgroei minder dan 15cm,
-
Zaailingen van vreemde kruidachtige soorten zijn in beperkte mate toegestaan als zij het beplantingsbeeld niet verstoren.
-
Er is in beperkte mate onkruid aanwezig, minder dan 30% bedekking, niet zodevormend en niet hoger dan 30cm.
Beheervoorwaarden
-
De beplanting opnemen en scheuren wanneer nodig.
-
De beplanting bemesten wanneer nodig.
-
Vrijgekomen materiaal verwijderen.
-
Gevallen blad is in principe gewenst voor natuurlijke bodemverbetering, deze wel verwijderen wanneer het blad de beplanting dreigt te verstikken.