Bijlage 4 Principes ecocolgisch maaibeheer Arnhem
Praktijk van gefaseerd ecologisch maaien.
Maaifre-quentie | Eind mei | Eind juni | Eind sept/okt |
1x | X | ||
2x | X | X | |
3x | X | X | X |
Elke maaibeurt:
-
12 cm maaihoogte (voor het bodemleven/kikkers etc.)
-
per beurt maximaal ca. 25% laten staan.
-
elke beurt een ander deel laten staan.
-
elk jaar ook variëren in de delen.
-
1e meter langs pad/weg elke beurt maaien (verkeersveiligheid).
-
grotere delen met bloemen NIET maaien (zoals paardenbloemen in de lente)
Gradiënten in het veld belangrijk: aansluitend hieraan delen laten staan:
-
oever/graskruiden
-
graskruiden/struiken
-
onder bomen
WEL: variëren in de lengte langs de zoom/oever: in de lengte delen laten staan en niet. Bijvoorbeeld deel langs oever laten staan, ander deel maaien in één maaibeurt.
Waar wel/niet?
-
dichte structuren maaien (gras), open structuren (met name kruiden) laten staan.
-
stukken met dominantie van grassen/distels/ ridderzuring altijd vóór de bloei maaien (1e beurt).
-
zoomranden/oeverranden met veel opslag: 1e beurt maaien, 2e beurt laten staan in de winter.