Gras/kruiden

Een begroeiing van grassen en kruiden die één of meerdere keren per jaar gemaaid worden. Op taluds met gras/kruiden (1:3 of steiler) wordt hetzelfde beeld nagestreefd. Het ambitieniveau is vergelijkbaar met niveau B/C.

Dit beheertype kan als functie een wadi bestemming hebben. Speciale onderhoudsmaatregelen om hem als wadi te laten functioneren (voldoende doorlaatbaarheid van de bodem) vallen buiten dit beheerplan en zijn ondergebracht bij de asset Water.

Streefbeeld

  • Kwaliteits niveau B/C.

  • De vegetatie bevat redelijk veel inheemse kruidachtige soorten en bestaat vooral uit soorten die van nature op de locatie voor komen.

  • Bij de verhouding grassen/kruiden beslaan de grassen niet meer dan 75% van het oppervlak.

  • Het oppervlak kent maximaal 10% beschadigde of dode grasmat.

  • Maximaal 10% van het oppervlak heeft plaatselijke oneffenheden, vlakheid niveau C.

  • Molshopen worden niet geslecht en mogen aanwezig zijn.

  • De hoogte van de vegetatie in de bermen veroorzaakt geen onveilig situatie voor het verkeer.

  • De overgroei over verharding is gemiddeld niet meer dan 10cm en maximaal 30cm, niveau B.

Beheervoorwaarden

  • Beheer richten op soorten toename en spontane ontwikkeling van kruiden.

  • Maaitijdstip wordt bepaald door de bloeitijd van na te streven kruidensoorten voor het betreffende groenvak.

  • Gefaseerd maaien bij grote terrein oppervlakten.

  • Laten overstaan van 25% van het oppervlak in de winter, elk jaar een ander deel

  • Gericht maaien, rijkere delen eerst. Daarbij sturen op soorten zoals zuring.

  • Maaien inclusief maaien rondom obstakels.

  • Maaisel afvoeren.

  • Langs wegen en paden de 1e meter naast de weg intensiever maaien wanneer noodzakelijk om de verkeersveiligheid te waarborgen.

  • Een gras /kruidenvegetatie die de functie wadi heeft, minimaal 2x per jaar maaien.

  • Om vervuiling te voorkomen vóór het maaien zwerfvuil verwijderen.