Moeras
-
Zeer nat terrein met moerasvegetatie, water en oeverplanten.
-
Terrein met voornamelijk ecologische functie.
Streefbeeld
-
Open, zeer nat terrein met een diversiteit aan waterplanten, oeverplanten, grassen en kruiden.
-
Spontane opslag van houtige gewassen beslaat maximaal 5% van het terrein.
Beheervoorwaarden
-
Beheer richten op minimale verstoring bij instandhouding moeras.
-
Werkzaamheden gefaseerd uitvoeren voor ontwikkeling en in stand houding van de flora en fauna waarden. Minimaal 40% van de vegetatie blijft staan na een maaibeurt.
-
Maaibeheer soortgericht uitvoeren. Van waterlelies en fonteinkruid moet voldoende planten overblijven, deze herstellen langzaam.
-
Grote terreinen opdelen in kleinere eenheden om gefaseerd te werken.
-
Rietvegetatie eens in de 2 tot 4jr maaien. Te behouden riet delen 10cm boven water afmaaien.
-
Plantenresten in het water en maaisel afvoeren.
-
Wegens de ecologische waarden zijn de tijdstippen waarop beheermaatregelen worden uitgevoerd van extra belang, i.v.m. verstoring en overwintering. Oevervegetatie maaien in september. Baggeren in september. Maaien gras/kruiden en ruigte in sept en/of 1e helft van mei.
-
Tegengaan van verlanding. Uitbaggeren van slib of uitkrabben gefaseerd uitvoeren. Maximaal 50% van het oppervlak per jaar. Slib en ander vrijkomend materiaal afvoeren.