Landschappelijke haag / windsingel
Lijnvormige gesloten beplanting tot ca 4m hoog, bestaande uit een houtachtige vegetatie van één of meerdere soorten, met een los karakter. Breedte 2 tot 5m.
Rozen
Vak grootbloemige rozen (theehybryden) die ook als rozenvak beheerd worden. Heesterrozen vallen onder heesters laag. Rozenvakken worden overal op niveau A beheerd.
Vaste planten
Een vak met gesloten beplanting van vaste planten welke de winter overleven. Vaste plantenvakken worden op niveau A of B beheerd. In de binnenstad en winkelcentra is het niveau A, In de woonwijken en parken is het vergelijkbaar met niveau B.
Bijzondere groenelementen met hoge sierwaarde
Boombakken, plantenbakken, klimplantpalen, groene wanden, wisselperken.
Boomspiegel
Stuk kale grond direct rond de stam van een boom, afgebakend door een verharde rand. Beplante boomspiegels worden beheerd volgens de categorie waar de beplanting in de bomspiegel onder valt. Bomen in gras hebben geen boomspiegel.
Moeras
Zeer nat terrein met moerasvegetatie, water en oeverplanten.
Paddenpoel
Een kleine waterplas met omringd door een grotendeels open terrein. Specifiek bedoeld om amfibieën een leefmilieu te verschaffen. Er zijn twee typen poelen met een verschillende doelsoort die beide hun eigen beheermaatregelen vragen.
Waterpartijen, vijvers en sloten
Natte, kruidachtige vegetatie in het water en aan de randen van vijvers, waterpartijen en sloten. Bij dit beheertype wordt alleen het vegetatiebeeld beschreven. Het betreft het wateroppervlak inclusief de natte overgangszone op de waterlijn.
Onbegroeid terrein.
Onbegroeid terrein, meestal zandgrond, welke voor het einddoel onbegroeid moet blijven. Bijvoorbeeld de zandstrandjes voor amfibieën bij paddenpoelen en zandspeelvlaktes bij natuurlijke speelterreinen.